Wim Vrasdonk
Een bericht van Wim Vrasdonk, die sinds hij in Amerika woont William Frost heet. Hij schreef ons het volgende:
Beste Anne-Mie en Piet
Jullie e-mail maakte mij blij want dit vertelt over de geweldig goede ontwikkeling van jou Piet. Ook ben ik trots op de goede herinneringen die jullie allemaal hebben aan St. Paul. Het heeft de basis gelegd voor jullie verdere ontwikkeling. Ja, we kunnen echt trots en blij zijn met betrekking tot onze goede ervaringen op St. Paul.
Zelf ben ik in Amerika werkzaam geweest. Toen ik Nederland verliet om naar de missie te gaan was het mijn opdracht om in Amerika te studeren en op die manier een school op te bouwen in Papoea-Nieuw-Guinea. Ik woonde op een pastorie in Chicago, maar na een jaar liet het bestuur van Papoea Nieuw Guinea mij weten dat ze mij niet nodig hadden. Ik ben toen in Chicago gebleven en ging op zoek naar werk aan een universiteit (Universiteit Dayton).Zo doende ben ik 34 jaar lang professor geweest aan een universiteit en ben nu met pensioen.
Ik ben getrouwd met Mimi die erg goed voor mij zorgt in verband met mijn verlamming. Dit heb ik op latere leeftijd gekregen waardoor ik niet meer gewoon kan lopen en aan één arm verlamd ben. Daarom ben ik niet in staat goed te schrijven en geef ik jou de opdracht om hiervan een verhaal te maken. Door deze handicap heb ik meer tijd om te bidden. Ik word een oude man die jullie hartelijk dankt voor jullie mailtjes.
Groeten aan allemaal en ook nog bedankt voor de foto's.
William Frost (Wim Vrasdonk)
Herinneringen noviciaat Eijsden
1962–1964
Met zeven postulanten vertrokken we eind augustus 1962 naar het noviciaat in Eijsden. De kerk was in beweging in die tijd en ook binnen Mariannhill Nederland was dit duidelijk merkbaar. De ‘oude garde’, de paters novicemeester Hermenegild Peeters en socius Martin Boelens werden overgeplaatst en hun plaats werd ingenomen door Pater Wim Vrasdonk als novicemeester en Pater Jan Bes als zijn rechterhand (socius). Samen met ons kwamen nog vijf seminaristen naar Eijsden en gezamenlijk begonnen we aan onze retraite die aan de inkleding vooraf ging. Tijdens deze retraite was het zoeken naar een nieuwe kloosternaam een gewichtig onderdeel, hoewel je nooit wist welke naam je toegewezen werd. Als tijdens de inkleding klonk: ‘Vanaf nu zult gij heten …..’, was het doodstil in de kapel in afwachting van verrassingen.
Daarna was het wennen aan de nieuwe namen. Een van de hulpmiddelen die pater Vrasdonk hanteerde was het roken. Iedereen die de verkeerde (oude) naam gebruikte, moest per keer een sigaret in de pot doen. En op die vijf pakjes die je per maand mocht kopen was dat al vlug een flinke aanslag!
We leefden in de tijd van het tweede Vaticaans Concilie, de tijd dat de kerk de ‘ramen open zette’. Van de traditionele mis met de rug naar het volk en een noviciaat dat vooral gericht was op de ‘gehoorzaamheid’ naar een steeds opener noviciaat met meer aandacht voor de eigen verantwoordelijkheid. Naast de lessen op kerkelijk gebied kreeg het Engels meer aandacht. Ook op cultureel gebied werden we bijgeschaafd. Ad Maas, kunstschilder en een goede vriend van Wim Vrasdonk, die destijds in Maastricht woonde, probeerde (vaak vergeefs) zijn artistieke kennis op ons over te brengen. Op zondagmorgen verzorgde pater Hein Ratering een uurtje klassieke muziek.
Maar de activiteiten gingen verder. Een voorbeeld hiervan is het kindervakantiewerk waarin we actief deelnamen. Doordat het contact met het dorp toenam, durfde de Jonkheid het tijdens de jaarlijkse Bronk aan om ons te trakteren op een kratje bier. Een hele sensatie in die tijd! In het tweede jaar van het noviciaat was het toegestaan om schriftelijke cursussen te volgen. Tijdens Vrasdonk mocht je dan ook naar de studieweekenden gaan zoals in Culemborg. Later werd voetballen bij de plaatselijke club in Mariadorp zelfs mogelijk. Aan pater Vrasdonk, ‘de Magister’, hebben we allemaal goede herinneringen. Niet alleen zijn manier van leiding geven, maar ook zeker zijn bijzondere lach die altijd weer spontaan opklonk, zal iedereen zich kunnen herinneren.
Onze groep ging met zeven man het noviciaat in, met z’n vijven deden we de eerste gelofte, maar allen haakten we voor de eeuwige gelofte af. Van de vijf fraters die tegelijk met ons intraden is alleen pater Toon Janssen gebleven. Hij is sinds zijn priesterwijding werkzaam in Zimbabwe. Het gaf een goed gevoel, dat op de grote reünie in 2011 onze hele groep van zeven personen aanwezig was. Een opsteker voor hen die ons toen mede hebben gevormd!
Juli 2013
Sjaak Achten