Azie - Oceanie
Mariannhill in Lae 1960-2014
Begin
De geschiedenis van Mariannhill in Papoea Nieuw Guinea begon met het mandaat van Paus Johannes XXIII van 18 juni 1959, waarmee het pas opgerichte vicariaat Lae (omvattend de huidige provincie Morobe) aan de Congregatie van de Missionarissen van Mariannhill (CMM) werd overgedragen. De eerste vier CMM priesters die in maart 1960 vanuit Nederland in Lae arriveerden waren de paters Gerard Hafmans als superior, Bert Kempkes, Henry van Lieshout en Ton Mulderink. Het aantal inwoners van het vicariaat Lae in 1959 bedroeg 187.000, waarvan 1.750 Katholieken. Intussen is het aantal inwoners van de huidige Morobe provincie (destijds nog district) toegenomen tot 616.263 waarvan rond 34.000 Katholieken. Lae is een havenstad aan de Huon Baai.
Verkenning van het gebied
Na zes maanden inleiding in het missieleven op missiestaties van de missionarissen van het Goddelijk Woord (SVD) in het vicariaat Madang waarvan Lae was afgescheiden, keerden de vier Mariannhillers terug naar Lae. Ze begonnen met het verkennen van hun nieuw missiegebied in het Morobe district. Behalve Lae waren er nog twee centra met kleine Katholieke groepen. Ze begonnen hun verkenningstochten met twee teams begeleid door plaatselijke dragers en trokken weken lang door berggebieden en kuststreken, door rivieren en oerwoud, op zoek naar mogelijke plaatsen voor het opzetten van een missiestatie. Maar het werd hen al spoedig duidelijk dat de Lutheraanse Missie overal stevig gevestigd was tot in het kleinste gehucht.
Het was dus een welkome uitbreiding van hun missiegebied toen in 1962 de Siassi Eilanden, een eilandengroep tussen het vasteland en New Britain, van het vicariaat Rabaul werd afgescheiden en aan het vicariaat Lae werd overgedragen. Op deze eilanden bestond al een Katholieke gemeenschap die door de Missionarissen van het Heilig Hart (MSC) van West-New Britain uit was gesticht.
Aankomst nieuwe CMM missionarissen, Missiezusters Kostbaar Bloed (CPS)
De tweede groep van vier Mariannhillers arriveerde (Jan Admiraal, Wim Sasse, Leo Trommelen en René Kuypers) een jaar later in 1961. Verder werden er in 1962 twee priesters benoemd voor Lae; zij gingen eerst naar Australië voor het behalen van een onderwijzersdiploma op het Teachers Training College van de Broeders Maristen in Sydney. (Theo Cornelissen, Wiel Buskens, Joost Hafmans.) Daarna gingen ze in januari 1964 naar Lae. In de volgende jaren worden er nog acht broeders naar Lae verplaatst. (Huub Hofmans, Jan Oldenburg, Cor Philipse, Benedict Janssen, Jan Antonisse, Jan Bolte en Jan Kleijn.)
In juni 1962 kwamen de eerste Missiezusters van het Kostbaar Bloed aan: Zr. Godelief Leyten en Zr. Marie-José Boersen, gevolgd door Zr. Bosco Dercks in oktober en Zr. Clemence Klever in 1964; Zr. Magdaleni Arends voegde zich toe aan het CPS team in 1967.
Nieuwe missionaire prioriteit: onderwijs
Indien 95% van de inheemse bevolking van het vicariaat tot de Lutherse kerk behoorde, dan kwam missie werk onder niet-christelijke stammen niet in aanmerking. Inmenging in het goede werk van de Lutherse missie was geen optie. Deze situatie leidde de jonge missionarissen tot hun opvatting dat ze eerst alle aandacht moesten gaan besteden aan de Katholieken die al aanwezig waren in het nieuwe missiegebied, al was het maar een gering aantal. Om deze groep verder te ontwikkelen was onderwijs door scholen een primaire opgave. Nadat deze prioriteit duidelijk voor ogen stond werden alle activiteiten gericht op het project van de opbouw van de St. Joseph statie gelegen op 8-Mile aan de hoofdweg naar de Highlands in het binnenland. Dit eerste project bestond in de bouw van een technische school naar het model van de Nederlandse ambachtsschool. Zodoende werd 1964 een jaar van bouwactiviteiten op de nieuwe statie, ongeveer 15 km buiten de stad Lae. In dit ene jaar ontstonden er 14 gebouwen op de statie, waarvan de kerk het laatste was.
Intussen werd het St. Joseph’s Technical Training Centre voorlopig erkend door het Departement van Onderwijs. (Br. Leo Trommelen heeft de school verder uitgebouwd met behulp van Br. Hubert Hofmans, Jan Antonisse, Jan Kleijn, Jan Bolte, Piet van Deursen en de leken missionarissen Jan Verheyen, Heinz Schmidt, Joseph Geissler en Jerry Pueffer.) Andere scholen werden er gebouwd in de stad. Op de Siassi Eilanden was er al een lagere school op Por bij Mandok. In Aupwel werd een nieuwe lagere school gebouwd. (Hierbij werd ook de hulp ingeroepen van Nederlandse lekenmissionarisen, met Hanneke en Frits v/d Werf, Janus Fleerakers en later Petra Nabben. Ook werd er in Aupwel een beroepsschool voor meisjes opgericht door zuster Paul vd Heikant en twee Duitse lekenmissionarissen, maar wegens de afgelegen situatie van het eiland Umboi en gebrek aan leerlingen werd de school na enkele jaren al in de jaren zeventig opgeheven. In het Watut gebied werd in 1963 in Wheel de St. Paul’s school opgericht, 30 km van Bulolo, maar die hield niet lang stand. De St. Peter’s School in Bulolo werd in 1970 geopend en ontwikkelde zich met goed gevolg. Pater Sido van der Werf stichtte in Wau de Mariannhill lagere school in de tachtiger jaren.
Het vicariaat Lae wordt een bisdom
In 1965 volgde Pater Henry van Lieshout en Pater Gerard Hafmans op als vicaris delegaat en later apostolisch vicaris van Lae. Toen in 1966 de hiërarchie in PNG werd opgericht werd Lae tot bisdom verheven. Henry van Lieshout werd de eerste bisschop van Lae. De wijding vond plaats op 5 maart 1967 in Lae. P. Gerard Hafmans werd tot vicaris generaal benoemd.
Verdere ontwikkeling
Een belangrijk pastoraal gebied ontwikkelde zich in Taraka ten noorden van de stad. De Katholieke kerk bezat daar een en groot onontgonnen grondstuk. De aanvankelijke bedoeling was dat het ontgonnen zou worden om en er een plantage te beginnen. Gedeeltelijk ontgonnen door René Kuypers als cacao plantage, maar spoedig zag men daar geen heil in omdat die verlaten moest worden voordat er opbrengst was in verband met de insecten die in de bomen zaten. Het gebied werd aan de stad verkocht die het nodig had de voor de stadsuitbreiding met een woongebied. Het bisdom behield evenwel een klein gebied voor een nieuwe parochie met kerk, pastorie en een school, genoemd West-Taraka. In 1964 werd de Technische Universiteit van Lae opgericht, die ook veel Katholieke studenten aantrok. Daaruit stond de Katholieke studenten parochie met Pater Guy Cloutier als studenten zielzorger.
Toen door een grote overstroming van de Bumbu rivier waardoor talrijke huizen van een grote nederzetting aan de rivier monding werden verwoest, werd in bij in Taraka een heel nieuw gebied ontwikkeld waar de verdreven mensen aanvankelijk in tenten woonden. Daaruit ontstond de naam Tent City die later als de officiële naam van dat stadsdeel behouden is gebleven. Het bisdom kreeg een ruim grondstuk toegewezen waar de eerste pastoor, Pater Chris Blouin in de volgende jaren de nieuwe parochie St. Patrick ontwikkelde, met een kerk, school en parochiehal.
Onder de leiding van Pater Hubert Hofmans ontstond er een groep van oud-leerlingen van de St. Jozef Technische School die een eigen firma oprichtte onder de naam J.O.B (St. Joseph’s Old Boys). Ze hadden een eigen werkplaats in de Kamkumun wijk voor houtbewerkers die veel bouwprojecten uitvoerden en naast meubels en constructies voor huizenbouw ook houtsnijwerken vervaardigden. Ofschoon zij een onafhankelijke firma vormden bleef Pater Hubert de belangrijke promotor van deze onderneming. Door het verlies van P. Hubert die op 23 november 2001 werd vermoord ging de J.O.B. firma moeilijke tijden tegemoet maar kon met hulp van Broeder Werner Hupperich toch nog verder voortbestaan. Toen Br. Werner in 2009 plotseling door een beroerte uitviel ging het sterk bergafwaarts tot de firma ten slotte in 2014 ontbonden werd.
De St. Joseph’s Technische School die jarenlang met goed succes veel jonge mannen als goede vaklieden had opgeleid zakte in latere jaren af in kwaliteit en ging door een lange crisis wegens zwak management. In 2014 kwam de school weer tot opbloei en kon met behulp van een rijkelijke staatssubsidie worden gereorganiseerd en uitgebreid en bevorderd tot een Technical College.
Mariannhill Missie na onafhankelijkheid van Papoea Nieuw Guinea (1975)
Al voor de afscheiding van Papoea Nieuw Guinea van Australië als een onafhankelijke staat in 1975 groeide het bewustzijn van de Katholieken dat ze meer medezeggenschap in het leven van hun kerk aan de dag moesten ontwikkelen. Het bewustmakingsprogramma dat onder de titel ‘Wij zijn de kerk’ dat in 1971 van start was gegaan en in alle bisdommen in de loop van drie jaren werd doorgevoerd, moedigde de gelovigen aan om in samenwerking met de bisschoppen en clerus medeverantwoordelijkheid in het leven en werken van hun kerk in eigen handen te nemen. Deze periode van pastorale heroriëntering had een positieve uitwerking op ontwikkeling de lokale kerk. Bisschop Henry van Lieshout richtte de diocesane Katholieke Radio Omroep op waarmee ook mensen in de regio buiten de stad konden worden bereikt.
De wijding van de eerste diocesane priester van het bisdom Lae Edward Suakau in 1988 was een bemoedigende mijlpaal in de geschiedenis van het nog jonge bisdom. Vijf jaar later, in 1993 werden nog twee priesters gewijd, Geoffrey Lee en Geard Vains, gevolgd door Augustin Aigilo in 1994 en Philemon in 2013.
Tegelijkertijd werden er meer lagere en technische scholen opgericht en een beroepsschool voor meisjes, alle geleid door inlandse leraren. Ook de diverse afdelingen van het diocesane hoofdbureau waren in handen van inlandse employees. Tevens werd de kliniek ‘Centre of Mercy’ in de nieuwe St. Therese in de wijk Kamkumun door Bisschop Henry van Lieshout gesticht. Deze kliniek bleek spoedig te voorzien in een grote nood, en wordt dagelijks door een groot aantal mensen bezocht. De kliniek was en is een belangrijk instrument voor de bestrijding van HIV/AIDS. Naast deze kliniek was al eerder het verenigingsgebouw van de Katholieke vrouwenorganisatie gebouwd. Deze beweging was al van af de eerste jaren door de CPS zusters begonnen en kwam vooral onder de leiding van Zuster Godelief Leyten tot sterke bloei en bracht veel positief leven in de kerkgemeenschap. Het verenigingsgebouw draagt haar naam.
De pastoor van St. Mary kathedraal, P. Arnold Schmitt, bracht faciliteiten voor de zorg van het groeiende aantal straatkinderen tot stand.
Een multinationale missionaire onderneming
De oorspronkelijke groep van CMM bestond uit Nederlandse leden. Dit team werd internationaal met de komst van Pater Philip Heier uit de USA in 1969. Later volgden andere Mariannhillers uit Canada, Duitsland, Spanje, Afrika, Panama en Polen. De meesten verbleven voor een beperkte periode. Ook kwamen er zusters van verschillende congregaties en nationaliteiten: de Kleine Zusters van Jezus, Franciscanessen Missie Zusters van Maria, Missiezusters van het Heilig Hart, en de lokale congregaties van de Dochters van de Onbevlekte Ontvangenis en Broeders van het Heilig Hart. Deze waren allen werkzaam op het gebied van onderwijs, pastorale, sociale en gezondheidzorg.
Een nieuw team van CPS zusters uit Korea, Mozambique, Zimbabwe, en Kenya arriveerde in 2009 en versterkte de vergrijzende oorspronkelijke groep van Nederlandse zusters waarvan alleen Zr. Clemence Klever nog was overgebleven. Zij werden ingezet voor verschillende taken.
Niet te vergeten zijn de bijdragen aan het missiewerk door tientallen lekenmissionarissen, (ongeveer 36), jonge mensen uit Australië en Europa die met hun verschillende vaardigheden een substantiële bijdrage tot de ontwikkeling van het bisdom Lae in de voorbije jaren hebben bijgedragen. JPG bestand toevoegen.
Mariannhill in Port Moresby
In 2002 begonnen de Mariannhillers hun priesterkandidaten voor opleiding naar het Catholic Theological Institute in Bomana/Port Moresby te zenden. Als studiehuis werd het Mariannhill College gebouwd op de campus van het instituut waar al een dozijn dergelijke studiehuizen van andere congregaties en bisdommen stonden. De eerste rector was Pater Chris Blouin. Pater Frans Lenssen werd als docent inde Heilige Schrift aangesteld. Een goed aantal kandidaten brachten enkele studiejaren in het huis door maar de meesten braken hun studies voortijdig af en verlieten het seminarie. Br. Daniel Apas was de eerste die tot diaken gewijd werd en Pater Ludwig Teika de eerste priester (december 2011).
Meer dan een halve eeuw van groei en veranderingen
Vanaf het begin van de oprichting van het bisdom Lae is bisschop Henry van Lieshout 40 jaar lang in een leidende functie geweest. Hij werd in 1967 tot bisschop gewijd en is in ambt geweest tot zijn emeritaat in 2007. Hij werd opgevolgd door Bisschop Christian Blouin CMM. Bisschop Henry heeft niet lang van zijn emeritaat kunnen genieten. Hij was in Lae blijven wonen en stierf plotseling op de kerstavond, 24 december 2009, juist enkele dagen voor het begin van het jubileumjaar 2010 ter herinnering van 50 jaar Mariannhill Missie in Lae.
In de voorbije 55 jaar heeft Papoea Nieuw Guinea met alarmerende snelheid grote veranderingen ondergaan. De bevolking is in die periode van 2,5 miljoen tot over 7 miljoen in aantal gestegen. De oude stamstructuren met hun sterke tradities, die de bewoners steun en stabiliteit in hun eigen omgeving hadden verschaft, begon af te brokkelen. Een bijzonder probleem voor de in het bisdom Lae katholieke leefgemeenschap was dat de overgrote meerderheid van de katholieken in stadsgebieden wonen en maar een klein aantal in de diaspora verspreid over de hele provincie. Veel van de inwonende Katholieken in Lae, Bulolo en Wau kwamen oorspronkelijk van andere verafgelegen districten en vreemde stammen. Op enkele plaatsen werden kleine kerken gebouwd, zoals in Mubo, Mutzing en Erap (MarkhamValley) en in de districten Menyamya en de Siassi Eilanden. Terwijl de stad Lae groeide van 16.000 inwoners in 1966 tot 250.000 vandaag is ook het aantal katholieken van 1.750 tot ongeveer 34.000 in het hele bisdom gestegen; de meesten daarvan leven in Lae.
In ieder geval laten deze getallen zien, dat de katholieke kerk ook in dit deel van de wereld in het afgelopen halve eeuw rijke vrucht heeft voortgebracht.
Medewerkers bisdom Lae
Alle namen van medewerkers van het bisdom Lae: paters, broeders en lekenmissionarissen gedurende 1960 tot 2006 zijn vermeld in deze lijst.
Juli 2015
Frans Lenssen