1940 WO II

 

Op 10 mei 1940 begon de 2e Wereldoorlog in Nederland, ’s morgens rond vier uur. Vanaf de grens vielen Duitse stoottroepen met zwaar bepantserde tanks Nederland binnen. Met donderend lawaai en schietend op stellingen van de Maaslinie van de Nederlanders over de akkers, de weiden en langs het klooster richting de Maas.

Deze ochtend werd de Mariannhiller gemeenschap enkele uren eerder gewekt door tanks- en kanonnengeschut trillende ramen en deuren. De Duitsers bombardeerden de stad Venlo en de Maas-brug. Terwijl de Nederlanders lokale bruggen lieten springen en zware bomen dwars over de weg lieten vallen door dynamiet hetgeen vooraf aan de bomen was bevestigd, om zo de Duitse opmars te vertragen. St. Paul lag in de vuurlinie, studenten in pyama sprongen uit hun bedden en keken met gesperde ogen naar de voorbij trekkende Duitse oorlogs-machine richting Arcen. Door heel het huis klonk geschreeuw: ‘De Duitsers zijn er’. Snel werden allen naar de kelders gedirigeerd. De Nederlandse studenten kookten van woede over de Duitse inval. Vlak daarvoor had Hitler nog verklaard dat hij de Nederlandse neutraliteit respecteerde. Aan studie viel niet meer te denken. In hun hoofden was het oorlog en nog eens oorlog.

Gelukkig werd Arcen op dit moment niet verwoest. Alleen enkele huizen aan de Maas. Na een paar uur werd het wat rustiger en nam men de dagelijkse dagorde op. Eerst naar de kapel, maar slechts een enkeling was met zijn gedachten bij de ochtend meditatie, terwijl hevige explosies de ramen deden trillen gedurende de H. Mis met de angst, valt een ‘voltreffer’ in ons midden?
Enkel paters lagen boven op het platte dak, zij zagen dat de Duitsers met het ‘Veerpont’ bij Broekhuizenvorst de rivier de ‘Maas’ oversteken. Zij hadden de Nederlandse wachten en stellingen bij verrassing uitgeschakeld door spionage.
Tegen de middag werd het rustiger. De oorlogsmachine was al meer dan 50 km verderop in Nederland. Na enkele dagen gaf Nederland zich over omdat Rotterdam was plat gebombardeerd en men de bevolking van andere steden wilden sparen. Nederland was na vier dagen bezet gebied.

Aanvankelijk veranderde de Duitse bezetting niet zoveel aan het leven op St. Paul. Wel laaiden de tegenstellingen nogal eens op tussen alles wat Duits was als vijandig te beschouwen. Toch hebben de bewoners van St. Paul geluk gehad: een blindganger was vlak bij de kapel ingeslagen maar niet ontploft, anders was er een waar bloedbad ontstaan.
In maart 1941 moest het klooster op last van de SS in enkele uren ontruimd worden. St. Paul werd kazerne en zijn bewoners, het studerende deel, verdwenen in alle richtingen.

De overgebleven gemeenschap, broeders van de boerderij en werkplaatsen op St. Paul namen hun intrek in het kippenhuis. Het gebouw waar eieren werden uitgebroed tot piepkuikens. De kloostergemeenschap werd kleiner en kleiner omdat Duitse paters en broeders werden gedwongen aan Hitlers oorlogsmachine mee te werken. Toch wist men in die tijd nog nieuwe leden te werven.

Het studerende deel vond een onderkomen aan de andere zijde van de rivier de ‘Maas’ in een kerkje in Lomm (thans afgebroken). In een Lottumse school en in het patronaat van Broekhuizen, met als slaapzaal de koestal van boerderij Reinders. Een half jaar later trokken allen naar het onbewoonde ‘Kasteel Blitterswijck’ in Blitterswijk, waar de Dominicaner paters het hoogste studieprogramma gingen leiden en evenals alle anderen genoegen namen met de van het vocht druipende zolderkamers. De missiezusters van het Kostbaar Bloed uit Tienray vonden hier ook onderdak. Ook werd het ‘kasteel’ een toevluchtsoord voor menige onderduiker of ontsnapte krijgsgevangene. Zover er studenten waren begonnen de lessen in het Kasteel Blittterswijck in diverse klassen.

In 1944 werd het bovengronds te gevaarlijk en verhuisde men naar de betonnen kelders van St. Paul. Spoedig vonden ook talrijke bewoners van Arcen en de gehele gemeenschap van het kinderhuis Nazareth uit Venlo hier een bomvrij onderkomen. Ongeveer 500 mensen hebben zich in de kelders bevonden totdat begin 1945 op last van de bezetter een algehele evacuatie naar Groningen, Nederlands meest noordelijke provincie, plaats vond.

De Mariannhillers in Blitterswijk beleefden in de oorlogsjaren andere tijden. Zij kregen een inval van de gevreesde ‘Grüne Polizei’, die op zoek was naar onderduikers, doch zonder resultaat weer afdroop, daar ze de verstopten niet vonden. In het najaar van 1944 kreeg men inkwartiering, totdat het dorp frontgebied werd en het kasteel door de Duitsers werd opgeblazen. De kelders die in takt waren gebleven werden door de bewoners weer provisorisch ingericht. Op 17 november 1944 werden zij door de Grünen opgepakt en in een kamp opgesloten. Vlak voor Kerstmis 1944 keerden zij weer terug in de kelders, maar het zou nog tot de bevrijding duren voordat zij St. Paul, eind 1945, zwaar gehavend terugzagen.

De geëvacueerden naar Groningen verspreidden zich allengs over geheel bezet Nederland. Of wel naar familie of vrienden, alleen of in groepjes. Met als gevolg dat men van elkaar niet wist waar men was. Na de bevrijding in 1945 keerden de eersten terug op een zwaar gehavend St. Paul. Allengs vernam deze en gene in den lande dat St. Paul nog bestond. Alle infra structuur zoals wegen, verbindingen en vervoer waren verwoest. Eten en kleding bijzonder schaars. De Nederlandse regering stelde een verordening op voor voedselvoorziening en organisatie en voerde die strikt uit.

Het kasteel van Blitterswijck I (door Frans Lenssen)


Blitterswijck is een dorp aan de Maas in Noord-Limburg, ongeveer 20 km ten noorden van Venlo. De naam Blitterswijck komt van Willem van Blitterswijck, de eerste eigenaar van het kasteel (dat er sinds de Tweede Wereldoorlog niet meer staat). De oudste akte op naam van de schepenen van Blitterswijck dateert van 14 april 1360. De akten werden gezegeld door de schout of de heer.
Het kasteel was nu in het bezit van de familie Creemers van Blitterswijck. Het was een onaantrekkelijk en plomp bouwwerk met dikke muren. De vroegere gracht was gedempt en diende als groentetuin.
Voormalige bewoners waren o.a. de Missionarissen van de Afrikaanse Missies, (S.M.A. Cadier en Keer).De Missionarissen van Mariannhill hadden hier een toevlucht gevonden nadat het missiehuis St. Paul in Arcen al op 11 maart 1941 door de Duitse bezetters in beslag was genomen en er 240 soldaten werden ondergebracht. Een gedeelte van de communiteit van St. Paul kon in de oude nevengebouwen worden ondergebracht. Het noviciaat van de fraters werd tijdelijk in de oude kapel van Lomm ondergebracht. P. Herman Arndt, de vroegere generaalsuperior was novicen-meester, waar dat hij door een granaatsplinter werd getroffen. Hij werd naar het ziekenhuis in Kevelaer gebracht waar een arm werd geamputeerd. Het scholastikaat, (filosofie en theologie opleiding) had eerst onderdak gevonden in het patronaat in Lottum totdat het meer ruimte vond in het kasteel van Blitterswijck dat door de eigenaar ter beschikking werd gesteld. Naast het scholasticaat was er ook plaats voor het bijna ondergegane kleinseminarie dat zelfs met ongeveer 23 studenten weer opnieuw kon beginnen.

Het kleinseminarie in Blitterswijck


Toen ik en mijn klasgenoot Martin Duikers daar in april 1943 aankwamen voor het begin van de voorbereidende klas, was er al een aantal oudere studenten van de 4e en 6e klas. De 6e klas maakte in juli eindexamen en vier van hen werden tot het noviciaat toegelaten onder wie de latere paters Raymund van der Wielen, Radboud (Bert) Kempkis en Renatus (Gerard) Hafmans. Van mijn studiegenoten kan ik me de namen nog herinneren van: Martin Duijkers (Maashees), Toon van Heugten uit Deurne (later Broeder Pius), Theo Koomen (Wervershoof), René Dupont (Oostrum), Frans Poels (Venray), Hans en Wim Veldmans (Deurne), Jozef van Balkom (Beek en Donk), Jan van Ooyen (Deurne).
Het nieuwe schooljaar 1943/44 begon in september met de eerste klas. P. Leo Poser was de overste van het kasteel en rector van het groot- en kleinseminarie. Hij was een Duitser die perfect Nederlands sprak en een weliswaar strenge maar uitstekende leraar was in Latijn. De eerste Nederlandse Mariannhiller priesters waren: P. Bavo van der Weiden (gewijd in 1940), P. Leopold Al (gewijd in 1942), P. Euard Luiten (gewijd in 1942).
P. Leopold Al was de leraar voor Nederlands en werkte op kundige wijze bij wat wij in onze dorpsscholen tekort waren gekomen. Hij hamerde met succes op correcte grammatikale zinsontleding en legde daarmee een gedegen basis voor het latere leren van andere talen. P. Eduard Luiten was de prefect en tevens wiskunde leraar. Later kwam er een leken-leraar bij, meneer Boonen voor Nederlandse taal. Pater Bavo van der Weiden woonde toen in oud - St. Paul op Klein Vink. Vanuit St. Paul op Klein Vink kwamen ook Pater Herman Arndt (de tweede oud-generale overste van de Congregatie), Pater Winfried Hastreiter en Pater Ottmar Baumeister regelmatig naar Blitterswijck. Ook kwamen enkele Duitse medebroeders die tot de communiteit van St. Paul behoorden, maar als soldaten in het Duitse bezettingsleger in Nederland dienden, bij gelegenheid voor een vrij weekeinde naar Blitterswijck. Graag geziene bezoeker was Pater Stanislaus Nibler. Hij sprak ook Nederlands en ofschoon hij zijn Duitse legeruniform droeg was dat geen hindernis voor om ons om met hem om te gaan. Ook Pater Liborius Reuss kwam vaker als soldaat op verlof voor een weekeinde.
Naast studie was er regelmatig handenarbeid, vooral dagelijks aardappelen ‘pitten’ in de kelder. Deze zwaar gewelfde ondergrondse ruimte diende ook voor een andere bestemming, namelijk als een schuilplaats tijdens de veelvuldige nachtelijke luchtaanvallen door de geallieerde bommenwerpers die van Zuid-Engeland over Zuid-Nederland naar het Duitse industriegebied aan de Ruhr vlogen voor bombardementen. Op hun vlucht naar het nabije doel over de grens met Duitsland en daarna op de terugvlucht werden die vliegtuigen vaak aangevallen door Duitse gevechtsvliegtuigen en beschoten met afweergeschut wanneer ze in een straal van de sterke zoeklichten gevangen werden. De vliegtuigen die aangeschoten werden en vaak brandend neerstortten kwamen gelukkig niet in de directe nabijheid van het kasteel terecht.
Een andere aard van handenarbeid was voor de studenten altijd een welkome onderbreking. Tijdens de zomermaanden gingen we verschillende keren naar het ‘moederhuis’ St. Paul, meestal om bessen te plukken in de tuin van het klooster. We gingen dan vroeg in de morgen op pad naar de nabije rivier de Maas waar we met een roeiboot werden overgezet naar Wellerlooi. Langs de Rijksweg van Nijmegen naar Venlo liep toentertijd een stoomtram. Daar stapten we op voor de reis van 4 km naar Klein Vink. Op een slakkengang stoomde het geval puffend onder belgerinkel richting Arcen. Het hoofdgebouw van St. Paul was wegens de bezetting ontoegankelijk, maar het oorspronkelijke huis met de boerderij, de werkplaatsen en kippenfarm boden bescheiden accommodatie voor de ingekrompen kloostergemeenschap. De meeste Duitse paters en Broeders waren in het Duitse leger ingelijfd en menigeen verloor zijn leven in het verre Rusland. Maar we genoten van de gastvrije atmosfeer in de bekrompen behuizing. Ook het noviciaat was daar ondergebracht. De oorspronkelijke kapel was al omgebouwd tot machinekamer voor de zware Dieselmotor voor de elektriciteit. We keerden altijd dezelfde dag terug naar Blitterswijck met het romantische en hijgende stoomtrammetje.
Een hoogtepunt in 1943 was de priesterwijding van Pater Remigius Peters. Tijdens het feestdiner moest ik een feestgedicht voordragen. Pater Remigius was naderhand ook werkzaam als prefect en leraar in de school. Een jaar later werden de paters Polycarp Versteylen en Pacifics Gebbing gewijd. In de loop van dat jaar verdween Pater Leopold Al van het toneel. Hij moest onderduiken want hij liep gevaar om gearresteerd te worden wegens zijn activiteiten binnen de ondergrondse weerstandsbeweging. Het gebeurde enkele keren dat we tijdens de lesuren plotseling de strikte waarschuwing kregen het klaslokaal niet te verlaten. Dat was wegens de doorgang op het kasteel van geallieerde piloten die uit hun aangeschoten bommenwerpers waren gesprongen en opgevangen werden door leden van de ondergrondse beweging. Het kasteel was een van de doorgangsposten van het netwerk van vluchtwegen voor zulke piloten op weg naar Zuid-Frankrijk vanwaar ze via Spanje hun weg naar Engeland probeerden te vinden. P. Leopold Al was ook betrokken bij dergelijke vluchtoperaties en liep daardoor gevaarlijke risico’s zodat ook hij moest onderduiken en wij hem niet meer zagen.


Ondergang van het kasteel


Toen de geallieerden tot de grote aanval waren overgegaan en er in juni/juli 1944 een massale invasie van soldaten met oorlogsmateriaal in het Franse Normandië had plaatsgevonden, steeg de oorlogsstemming onrustbarend. Het was vanzelfsprekend dat hele leven in Europa ontwricht was, zodat alle scholen gesloten werden. Ik keerde dus in september 1944 niet terug naar Blitterswijck om de 2e klas te beginnen en bleef thuis in Maashees.2.
In de herfst van dat jaar moesten de inwoners van alle dorpen langs de Maas in Oost-Brabant en Noord-Limburg huis en haard verlaten. Het kasteel in Blitterswijck ontkwam niet aan die gedwongen evacuatie. Op 17 november 1944 werd de communiteit van Mariannhillers verdreven en in een kamp in Duitsland (Wuppertal) ondergebracht. Twee dagen later werd het gebouw door de laatste bewoners verlaten. Alleen Pater Leo Poser kon nog een paar dagen blijven en kon daarna bij den Zusters van het Kostbaar Bloed (CPS) in Tienray zijn intrek nemen. Bij het vertrek uit het kasteel konden door bemiddeling van Pater Leo Poser nog 30 burgers worden gered die zich maandenlang in de kelders van het kasteel hadden verborgen gehouden (onderduikers). Kort nadat alle bewoners vertrokken waren werd het kasteel opgeblazen en totaal verwoest. De Mariannhillers werden later vanuit Duitsland naar de provincie Groningen geëvacueerd. Toen Groningen op 17 april bevrijd werd, konden de Mariannhillers terugkeren en kwamen op 15 mei in St. Paul aan. Het gebouw was nog gedeeltelijk door Engelse soldaten bewoond, maar op 30 mei vertrokken ze en kon de communiteit na 5 jaren ontheemding wegens de bezetting het klooster weer in bezit nemen. Helaas kon Broeder Hilarius Kummeling de terugkeer niet meer meemaken. Hij was in Groningen op 14 april 1945 aan tuberculose gestorven.
Kort na onze terugkeer van de evacuatie naar Maashees bezochten Martin Duijkers, René Dupont en ik de trieste puinhopen van ons kasteel in Blitterswijck. We troffen er ook de rector van het seminarie Pater Leo Poser CMM aan met enkele CPS zusters van Tienray die op zoek waren naar eventuele bruikbare voorwerpen onder het puin.
Het kasteel werd na de oorlog nooit meer opgebouwd. Alle puin werd geruimd, alleen een gedenkplaat met korte informatie verwijst naar de nog zichtbare fundamenten van het roemloos ondergegane gebouw.

Verklaring


1. De Kroniek van St. Paul vermeldt: ‚Fliegernächte: anfangs einzelne Flugzeuge; 1941 kleine Geschwader, 1942 schon zu 10 und 20. 1943 zu Hunderten, 1944 zu Tausenden. Viele Luftkämpfe über uns. Bomben gehen Hunderten, 1941 au Tausenden. Viele Luftkämpfe über uns. Bomben gehen wahllos nieder. 2x St. Paul Fenster eingedrückt von Bombenein-schlägen in der Nähe; Brandbomben neben Kastell Blitterswijck; die nächste 50 Schritte vom Haus‘ (blz. 209).

2. Een uitvoerige beschrijving van de toestanden van St. Paul en zijn bewoners vanaf de in beslagneming door de Duitse bezetting in 1941, de zwerftocht van het scholasticaat met tijdelijke onderkomens in Lomm, Lottum. Broekhuizen en Blitterswijck, de verdrijving van de Mariannhillers uit St. Paul en Blitterswijck in november/december 1944, de lotgevallen en gevaren op hun tocht via Wuppertal naar Groningen, is bewaard gebleven in: MARIANNHILLER MISSIONSKALENDER 1947, Holland unter der Zwingherrschaft des braunen Tyrannen. Schicksale unseres Missionshauses St. Paul im Zweiten Weltkrieg 1939-1945.
(De auteur Wim van der Heiden is een pseudoniem voor Pater Winfried Hastreiter CMM, die die hele periode meegemaakt had.)
Kapot geschoten Sint Paul Noodkapel van Sint Paul tijdens WO II Blitterswijk kasteel Blitterswijk studenten 1042 Studenten 1942 Blitterswijk verwoesting van het kasteel Kasteel te Blitterswijk verwoesting na bombardement Nederlandse studenten op de puinhopen van hun onderkomen Kasteel Blitterswijk Blitterswijk zusters van het Kostbaar Bloed na het bombardement Blitterswijk huidige locatie van het voormalige kasteel Resten kloostermuur Kloostermuur met gaten voor hoog water Kloosterpoortje met informatiepaneel Informatie paneel Kloosterpoortje Het blote voetenpad Onderdeel blote voetenpad