1935 Zelfstandige Ned. Provincie Mariannhill

 

Het generalaat van de Mariannhillers in Rome gaat er unaniem mee akkoord, dat
Nederland op St. Paul een zelfstandig missieseminarie begint. Schoolleider wordt pater Bernhard Barbian. Zo luidde punt 20 uit de notulen van de vergadering op 26 en 27 maart 1935 van het generaal bestuur. In de Nederlandse Staatscourant op 3 en 4 mei daaropvolgend werd de oprichting bekend gemaakt van de ‘Vereniging Missiehuis Sint Paul’ zijnde de Nederlandse afdeling van het zendingsgenootschap Mariannhill te Pinetown, provincie Natal, Zuid Afrika.

Doel van de vereniging: ‘Opleiding van kwekelingen voor den geestelijken stand ten behoeve van vreemde missiën van vermeld zendingsgenootschap tot voortplanting van den Rooms Katholieke godsdienst’. In audiëntie op 17 mei 1935 gaf de bisschop van Roermond, Mgr. Lemmens, toestemming voor het Nederlands missieseminarie: het recht van propaganda. Deze officiële startschoten voor een Nederlands St. Paul betekenden niet alleen het begin van het einde voor het Duits georiënteerde Sankt Paul, maar wat belangrijker was de definitieve streep door het aanvankelijk ideaal van één Europees opleidings- en noviciaatshuis. Alle Duitse novicen waren naar Reimlingen vertrokken.
Onbewust werd op de moment de kiem gelegd voor een Nederlandse provincie van de Congregatie van de Missionarissen van Mariannhill (CMM) die ca.20 jaar later officieel werd geëffectueerd. Op de eerste groepsfoto in 1935 waren er voor het eerst een negental Nederlandse studenten op St. Paul. In de hoofdzakelijk Duitstalige gemeenschap moet dit een historisch gebeuren zijn geweest.

25 jarig bestaan St. Paul

Op 1 mei 1936 vierde men dit bestaan met een sobere viering. Wegens de moeilijke omstandigheden (het was nog in de crisisjaren der jaren dertig) schreef pater superior in de Nieuwe Venlosche Courant: we hebben besloten van feestelijkheden af te zien. In plaats daarvan zullen we die dag onze weldoeners en vrienden in ons gebed gedenken. Op de jubileum foto bij het 25 jarig bestaan van St. Paul in 1936 zijn de eerste Nederlandse gezichten te zien. In september 1936 waren er 2 klassen van 12 en 13 jarigen.

In de analen lezen we: Pater Adelhart geeft de Nederlanders onderwijs. In de refter wordt voor het eerst in het Nederlands voorgelezen. En pater superior houdt voor het eerst zijn preek in het Nederlands. Natuurlijk waren de taalproblemen niet van de lucht en bovendien kwam daar de nieuwe Nederlandse vreemdelingenwet bij, die het geven van onderwijs door buitenlanders verbood. De Nederlands-Duitse relaties werden merkbaar slechter naarmate het Nazi-bewind duidelijker zijn ware gezicht liet zien.

Naar aanleiding van het zilveren jubileum schreef een enthousiaste supporter in de Venlosche Courant: thans rijst nabij den Rijksweg een grootse Mariannhill nederzetting. Studenten van allerlei oorden van Nederland bereiden er zich voor op klooster- en missieleven. Rondom een vallei, intensief ontgonnen, groeit welig rogge en tarwe en jubelt den leeuwerik, den schepper dankend. Grote kudden vee grazen in de prachtige klaverweiden. Eens gaf deze vlakte nog geen volledig stuk brood aan een arm bezembindersgezin. Thans schenkt het voedsel aan honderden in hun woonplaats.

Eind 1937 stonden er 31 studenten op de foto. In 1939 waren er op een foto uit de vijfde klas 17 studenten te zien. Op een andere groepsfoto foto staan 11 broeder novicen. In de krant wordt melding gemaakt van een eeuwige professie van 2 Nederlanders fraters te weten Gerardus Janssen uit Tegelen en Patricius Verdijk uit Well. Slechts korte tijd zijn zij en andere Nederlandse fraters voor hun filosofie– en theologie studies in Würzburg. Het laatste jaar voor het uitbreken van de 2e Wereldoorlog zetten zij hun studies voort in Nijmegen en woonden op de Graafseweg in Nijmegen, in villa ‘Arkels Veste’.

Om 3 uur 10 mei 1940, brak in alle vroegte de hel los en rollen zware tanks het neutrale Nederland vanaf de grens binnen richting de Maaslinie. Vanaf nu is ook ons land betrokken bij de 2e Wereldoorlog. Aanvankelijk brengt de Duitse bezetting weinig verandering op St. Paul aldus een kroniekschrijver die er zelf bij was. Wel schreef hij: ‘De blijheid der geesten werd geleidelijk aangetast door het feit dat men, al wat Duits was, als iets vijandig ging beschouwen, ook al deed de leiding haar uiterste best om de nogal eens oplaaiende tegenstelingen te overbruggen.’
 
Nederlandse studenten 1937 Nederlanse studenten St Paul Nederlandse Paters 1951